In de Verenigde Staten stelt de Food Safety and Inspection Service (FSIS) regels en normen vast voor vlees- en gevogelteproducten. De FSIS heeft prestatienormen opgesteld voor E. coli in rundergehakt- en varkensvleesproducten. De prestatienorm voor rundergehakt is bijvoorbeeld dat niet meer dan 7,5% van de monsters positief kan testen op E. coli O157:H7.
De Food and Drug Administration (FDA) houdt daarentegen toezicht op de veiligheid van andere voedingsproducten dan vlees en gevogelte. De FDA heeft voorschriften en richtlijnen opgesteld voor de aanwezigheid van E. coli in specifieke voedingsmiddelen, zoals groente- en fruitproducten, zuivelproducten en zeevruchten. Deze richtlijnen zijn bedoeld om het risico op besmetting met E. coli in voedingsmiddelen te minimaliseren.
Het is belangrijk op te merken dat het “volledig verbieden” van een micro-organisme als E. coli uit voedsel niet helemaal haalbaar is. E. coli is een veel voorkomende bacterie die van nature aanwezig is in het milieu en in het spijsverteringsstelsel van dieren. Het implementeren van strenge voedselveiligheidsmaatregelen, waaronder de juiste kook-, hanterings- en opslagpraktijken, kan echter het risico op besmetting met E. coli aanzienlijk verminderen en de kans op door voedsel overgedragen ziekten minimaliseren.
Hoewel er misschien geen volledig verbod op E. coli in voedingsmiddelen geldt, zijn er daarom strikte regels en limieten van kracht om ervoor te zorgen dat de aanwezigheid van schadelijke E. coli-stammen, met name ziekteverwekkende stammen zoals E. coli O157:H7, blijft op een aanvaardbaar niveau en vormt geen gezondheidsrisico voor de consument.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win