Koolhydraten zijn een van de drie macronutriënten die het lichaam nodig heeft voor energie. De andere twee zijn eiwitten en vetten. Koolhydraten worden afgebroken tot glucose, die vervolgens door de cellen in het lichaam voor energie wordt gebruikt.

De glycemische index (GI) is een maatstaf voor hoe snel een koolhydraatbevattend voedsel de bloedsuikerspiegel verhoogt. Voedingsmiddelen met een hoge GI worden snel afgebroken en geabsorbeerd, waardoor de bloedsuikerspiegel snel stijgt. Voedingsmiddelen met een lage GI worden langzaam afgebroken en geabsorbeerd, waardoor de bloedsuikerspiegel geleidelijk stijgt.

Het eten van voedsel met een lage GI kan helpen de bloedsuikerspiegel stabiel te houden, wat belangrijk is voor mensen met diabetes of prediabetes. Het kan ook helpen het risico op het ontwikkelen van deze aandoeningen te verminderen.

Hier zijn enkele voorbeelden van voedingsmiddelen met een lage GI:

* Volle granen

* Bonen en linzen

* Fruit

* Groenten

* Yoghurt

* Melk

* Noten en zaden

Hier zijn enkele voorbeelden van voedingsmiddelen met een hoge GI:

* Wit brood

* Witte rijst

* Suikerhoudende dranken

* snoep

* Taart

* Koekjes

*bewerkte voedingsmiddelen.

* Geraffineerde granen (witbrood, witte rijst, enz.)

* Aardappelen

* Maïs