Vorm:
De waterpokkeneiwitlaag heeft een complexe icosahedrale symmetrie. Een icosaëder is een regelmatig veelvlak met twintig gelijkzijdige driehoekige vlakken en twaalf hoekpunten. Door deze symmetrische structuur kan het virus zijn vorm en stabiliteit behouden.
Componenten:
De eiwitmantel van VZV bestaat uit verschillende structurele eiwitten:
1. Belangrijk capside-eiwit (MCP): MCP's zijn de meest voorkomende eiwitten in de capside. Ze vormen de belangrijkste bouwstenen van de icosahedrale structuur.
2. Kleine capside-eiwitten (mCP's): mCP's bevinden zich op specifieke posities binnen de capside, waardoor de MCP's worden aangevuld en gestabiliseerd.
3. Glycoproteïnen: Verschillende glycoproteïnen zijn ingebed in de eiwitmantel. Deze glycoproteïnen zijn cruciaal voor interacties tussen virus en gastheercel, inclusief hechting en toegang tot de gastheercellen. De belangrijkste glycoproteïnen geassocieerd met VZV zijn glycoproteïne C (gC), glycoproteïne B (gB) en glycoproteïne H (gH).
4. Tegument: Onder de eiwitmantel ligt het tegument, een amorfe laag bestaande uit verschillende virale eiwitten. Het tegument draagt bij aan de virale assemblage, infectiviteit en modulatie van de immuunreacties van de gastheer.
Functie:
De eiwitmantel vervult verschillende functies in de virale levenscyclus:
1. Bescherming: De eiwitmantel beschermt het virale genoom tegen afbraak en omgevingsfactoren, waardoor de integriteit ervan tijdens de overdracht wordt gewaarborgd.
2. Bijlage: De glycoproteïnen op de eiwitmantel, met name gC en gB, zorgen voor de hechting van het virus aan specifieke receptoren op het oppervlak van gastheercellen.
3. Invoer: Na hechting versmelt het virus met het gastheercelmembraan, waardoor het virale genoom vrijkomt in het cytoplasma van de gastheercel. De glycoproteïnen, vooral gH, faciliteren dit fusieproces.
4. Montage: De eiwitmantel speelt, samen met tegumenteiwitten, een rol bij de assemblage van nieuwe virale deeltjes tijdens replicatie in de gastheercel.
De vorm en structuur van de waterpokkeneiwitlaag, bepaald door de verschillende eiwitcomponenten, zorgen ervoor dat het virus gastheercellen efficiënt kan infecteren en zich door het lichaam kan verspreiden, wat leidt tot de karakteristieke symptomen van waterpokken, zoals jeukende blaren en koorts.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win