Het hormoon dat de nieren signaleert om minder urine aan te maken, wordt antidiuretisch hormoon (ADH) genoemd, ook bekend als vasopressine. ADH wordt geproduceerd door de hypothalamus en opgeslagen in de hypofyse. Wanneer het lichaam een ​​afname van het bloedvolume of een toename van de bloedosmolaliteit waarneemt, geeft de hypothalamus ADH af. ADH reist vervolgens naar de nieren en werkt in op de verzamelkanalen, waardoor de waterreabsorptie toeneemt en de urineproductie afneemt. Dit helpt het bloedvolume op peil te houden en uitdroging te voorkomen.