1. Verhoogde blaasdruk:Naarmate urine zich ophoopt in de blaas, neemt de druk in de blaas toe. Dit drukgevoel geeft aan dat u moet plassen.
2. Detrusorspiercontracties:De detrusorspier, die de wand van de blaas vormt, ondergaat onwillekeurige samentrekkingen wanneer deze vol is. Deze weeën helpen de urine te verdrijven tijdens het plassen. Wanneer u probeert uw plas op te houden, onderdrukt u bewust deze weeën en voorkomt u dat de blaas leegloopt.
3. Activering van de pudenduszenuw:De pudenduszenuw is verantwoordelijk voor het aansturen van de spieren die betrokken zijn bij het plassen. Wanneer u uw plas ophoudt, stuurt de pudenduszenuw signalen naar de hersenen die aangeven dat u moet plassen.
4. Hersensignalen:De hersenen verwerken de signalen van de blaas en de pudenduszenuw. Het probeert de drang om te plassen in evenwicht te brengen met sociale en gedragsfactoren, waardoor u de timing van het plassen tot op zekere hoogte kunt controleren.
5. Overmatig opblazen van de blaas:Als u gedurende een langere periode uw plas blijft ophouden, raakt de blaas overmatig opgezwollen. Dit kan de functie van de detrusorspier aantasten en het vermogen van de blaas om effectief samen te trekken verzwakken.
6. Risico op urineweginfecties (UTI's):Het te lang vasthouden van urine kan het risico op het ontwikkelen van urineweginfecties vergroten, omdat stilstaande urine een gunstige omgeving biedt voor bacteriegroei.
7. Stress-incontinentie:Chronisch vasthouden van urine kan bijdragen aan stress-incontinentie, wat het onvrijwillig lekken van urine is als gevolg van verhoogde druk op de blaas bij hoesten, niezen of het uitvoeren van bepaalde fysieke activiteiten.
Hoewel u op de korte termijn bewust uw plas kunt ophouden, is het belangrijk om dit gedurende langere perioden te vermijden, omdat dit negatieve gevolgen kan hebben voor uw urinewegen en de algehele gezondheid.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win