1. Lage glomerulaire filtratiesnelheid (GFR): Cirrose leidt tot een afname van de GFR, de snelheid waarmee bloed door de nieren wordt gefilterd. Dit komt door de verhoogde druk in de bloedvaten van de lever (portale hypertensie), waardoor de bloedtoevoer naar de nieren wordt belemmerd. De verminderde GFR resulteert in minder urineproductie.
2. Hypoalbuminemie: Cirrose veroorzaakt een afname van de productie van albumine door de lever. Lage albuminespiegels leiden tot een verlaagde osmotische druk in het bloed, wat kan resulteren in vochtretentie (oedeem) en verminderde urineproductie.
3. Ascitesvorming: Cirrose leidt vaak tot vochtophoping in de peritoneale holte (ascites). Deze vochtophoping kan de GFR verder verminderen en de urineproductie verminderen.
4. Verhoogde antidiuretisch hormoon (ADH) niveaus: Als reactie op vochtverlies en lage bloeddruk geassocieerd met cirrose, geeft het lichaam ADH af, ook bekend als vasopressine. ADH werkt in op de nieren en verhoogt de reabsorptie van water, wat leidt tot een verminderde urineproductie.
5. Natriumretentie: Cirrose kan de natriumbalans van het lichaam verstoren, waardoor natrium en water worden vastgehouden. Deze vochtretentie draagt bij aan de vorming van ascites en vermindert de urineproductie verder.
6. Renale vasoconstrictie: Verhoogde concentraties van bepaalde stoffen bij cirrose, zoals endotheline-1, kunnen vernauwing van de nierbloedvaten veroorzaken. Deze vasoconstrictie vermindert de bloedtoevoer naar de nieren, waardoor hun functie wordt aangetast en de urineproductie wordt verminderd.
7. Medicijnen: Sommige medicijnen die worden gebruikt om cirrose te behandelen, zoals diuretica en bètablokkers, kunnen als bijwerkingen ook bijdragen aan een verminderde urineproductie.
De combinatie van deze factoren leidt tot een verminderde urineproductie bij personen met cirrose, wat kan bijdragen aan vochtretentie, verstoorde elektrolytenbalans en andere complicaties van de ziekte.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win