Urine stroomt door de urineleiders als gevolg van een combinatie van zwaartekracht, spiersamentrekkingen en de structuur van de urineleiders zelf. Hier is een gedetailleerde uitleg van het proces:

1. Zwaartekracht :De urineleiders bevinden zich in een neerwaartse helling van de nieren naar de urineblaas. Hierdoor kan urine door de zwaartekracht door de urineleiders stromen, geholpen door de zwaartekracht die de urine naar beneden trekt.

2. Peristaltiek :De urineleiders hebben een spierstructuur die peristaltische samentrekkingen ondergaat. Peristaltiek is een gecoördineerde golfachtige beweging van spieren die de urine langs de urineleiders voortstuwt. Deze weeën beginnen vanuit de nier en bewegen zich richting de blaas, waardoor een duwkracht ontstaat die helpt de urine naar beneden te bewegen.

3. Ureterkleppen :De urineleiders bevatten flapachtige kleppen die de ureterkleppen of kleppen van Huschke worden genoemd. Deze kleppen voorkomen dat urine vanuit de blaas terugstroomt naar de urineleiders. Wanneer urine door de urineleiders stroomt, duwt de druk van de urine de kleppen open, waardoor de urine erdoorheen kan. Zodra de urine is gepasseerd, sluiten de kleppen zich weer, waardoor terugstroming wordt voorkomen.

4. Smal lumen :De urineleiders hebben een smal lumen of binnendiameter, waardoor de druk in de urineleiders behouden blijft. Deze drukgradiënt, gecombineerd met de peristaltische contracties, vergemakkelijkt de urinestroom naar beneden.

5. Nierdruk :De nieren produceren voortdurend urine, waardoor er druk ontstaat in het nierbekken (het uitgezette bovenste deel van de urineleiders). Deze druk draagt ​​ook bij aan de neerwaartse stroom van urine.

Over het geheel genomen zorgt de combinatie van zwaartekracht, peristaltiek, ureterkleppen, een smal lumen en nierdruk ervoor dat urine efficiënt van de nieren door de urineleiders naar de urineblaas stroomt.