1. Alkalische urine (pH> 7):Bepaalde bacteriën, zoals Proteus-soorten of Klebsiella pneumoniae, kunnen urease produceren, een enzym dat ureum afbreekt tot ammoniak. Dit kan leiden tot een verhoging van de pH van de urine, waardoor deze alkalischer wordt.
2. Zure urine (pH <7):Andere bacteriën, zoals Escherichia coli (E. coli) of Enterococcus-soorten, kunnen glucose in de urine fermenteren, waarbij organische zuren als bijproducten worden geproduceerd. Dit kan resulteren in een verlaging van de pH van de urine, waardoor deze zuurder wordt.
3. Geen significante verandering:In sommige gevallen hebben urineweginfecties veroorzaakt door bepaalde micro-organismen mogelijk geen significante invloed op de pH van de urine, en kan de pH binnen het normale bereik blijven.
De verandering in de pH van de urine tijdens een urineweginfectie kan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg aanvullende informatie verschaffen over het potentiële veroorzakende organisme en helpen bij het begeleiden van een passende behandeling. Het is echter belangrijk op te merken dat de pH van de urine alleen niet voldoende is voor het diagnosticeren van een urineweginfectie, en dat andere diagnostische tests, zoals urineanalyse en -cultuur, noodzakelijk zijn voor een goede identificatie en behandeling van de infectie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win