1. Vervanger:iets in de plaats stellen van iets anders, vaak van dezelfde soort.
2. Uitwisseling:het ene ding voor het andere ruilen, vooral op een wederkerige manier.
3. Verdringen:de plaats innemen van iets of iemand, meestal met geweld of vaardigheid.
4. Slagen:achter iemand of iets aan komen in een positie of rol.
5. Overnemen:de controle of verantwoordelijkheid voor iets van iemand anders overnemen.
6. Uitwisseling:het ene geven in ruil voor het andere.
7. Overschakelen:Van het ene naar het andere veranderen, vooral abrupt of volledig.
8. Handel:Het ene ding geven in ruil voor het andere, vooral als de geruilde dingen van gelijke waarde zijn.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win