A. Classificatie per stimulustype:
1. Mechanoreceptoren: Detecteer mechanische stimuli zoals aanraking, druk, trillingen en strekken. Voorbeelden hiervan zijn tactiele receptoren in de huid, gewrichtsreceptoren en rekreceptoren in spieren en bloedvaten.
2. Thermoreceptoren: Detecteer temperatuurveranderingen, zowel warm als koud. Voorbeelden zijn onder meer thermoreceptoren in de huid, het mondslijmvlies en de hypothalamus.
3. Fotoreceptoren: Detecteren licht en zijn verantwoordelijk voor het gezichtsvermogen. Gevonden in het netvlies van de ogen.
4. Chemoreceptoren: Detecteer chemische stoffen, waaronder smaak, geur en bepaalde hormonen. Gevonden in smaakpapillen, reukepitheel en diverse andere weefsels.
5. Nociceptoren: Detecteer pijnlijke stimuli, waaronder extreme temperaturen, weefselschade en ontstekingen. Betrokken bij pijnsensatie.
B. Classificatie per locatie:
1. Exteroceptoren: Bevindt zich op het lichaamsoppervlak en detecteert stimuli uit de externe omgeving, zoals huidreceptoren voor aanraking, temperatuur en pijn.
2. Interoceptoren: Bevindt zich in het lichaam en bewaakt interne omstandigheden zoals de bloeddruk, het zuurstofniveau in het bloed en het uitrekken van organen.
3. Proprioceptoren: Bevindt zich in spieren, pezen en gewrichten en geeft informatie over de positie en beweging van lichaamsdelen.
C. Classificatie per functie:
1. Sensorische receptoren: Zet sensorische informatie om in elektrische signalen en verzend deze naar het zenuwstelsel.
2. Transducers: Transformeer de ene vorm van energie in de andere, zoals lichtenergie in elektrische signalen in fotoreceptoren.
3. Receptoren: Binden zich aan specifieke chemische boodschappers, zoals hormonen of neurotransmitters, en veroorzaken cellulaire reacties.
4. Ionenkanalen: Laat de stroom van ionen door celmembranen toe, wat leidt tot veranderingen in het elektrische potentieel.
D. Classificatie op basis van aanpassing:
1. Snel aanpassende receptoren: Reageer snel op veranderingen in de stimulus en stop met het verzenden van signalen wanneer de stimulus constant blijft. Voorbeelden hiervan zijn Paciniaanse bloedlichaampjes voor het detecteren van trillingen.
2. Langzaam aanpassende receptoren: Behoud een reactie, zelfs als de stimulus constant blijft. Voorbeelden hiervan zijn spierspoeltjes voor het detecteren van spierlengte.
Deze classificatie van sensorische receptoren is niet uitputtend en sommige receptoren kunnen in meerdere categorieën vallen. Verschillende soorten sensorische receptoren zijn gespecialiseerd in het detecteren en reageren op specifieke stimuli en dragen bij aan onze perceptie van en interactie met de omgeving.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win