De pulsoximeter, een klein apparaatje dat op de vinger wordt geklikt, schijnt een licht door de vingertop en meet de hoeveelheid licht die wordt geabsorbeerd door het zuurstofdragende hemoglobine in het bloed. Deze meting wordt vervolgens gebruikt om het zuurstofverzadigingsniveau te berekenen.
Andere plaatsen die kunnen worden gebruikt voor pulsoximetrie zijn de oorlel, de neus en het voorhoofd. De vinger wordt echter over het algemeen als de beste plaats beschouwd omdat deze:
* Gemakkelijk toegankelijk
* Comfortabel voor de patiënt
* Heeft een goede bloedtoevoer
* Relatief vrij van bewegingsartefact
In sommige gevallen kan het nodig zijn om voor pulsoximetrie een andere plaats te gebruiken, bijvoorbeeld wanneer de vinger gewond of gezwollen is. In deze gevallen kan de oorlel of de neus worden gebruikt. Het is echter belangrijk op te merken dat de zuurstofverzadigingsniveaus die op deze locaties worden verkregen mogelijk niet zo nauwkeurig zijn als die verkregen via de vinger.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win