2. Training: Een geplande oefensessie. In Groot-Brittannië en Ierland wordt het meestal als één woord geschreven:'workout'.
3. Opleiding: Een systematisch oefenprogramma, typisch voor een specifieke activiteit of sport.
4. Lichamelijke activiteit: Elke lichamelijke beweging die tot energieverbruik leidt.
5. Geschiktheid: De toestand van een goede fysieke conditie, vooral als gevolg van regelmatige lichaamsbeweging en goede voeding.
6. Aerobics: Oefening die de hartslag verhoogt en de cardiovasculaire conditie verbetert.
7. Anaërobe oefening: Oefening waarbij geen zuurstof nodig is, zoals sprinten of gewichtheffen.
8. Krachttraining: Oefening ontworpen om de spierkracht en massa te vergroten.
9. Duurtraining: Oefening ontworpen om het cardiovasculaire uithoudingsvermogen te vergroten.
10. Flexibiliteitstraining: Oefening ontworpen om het bewegingsbereik van de gewrichten te verbeteren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win