1. Verspreiding: Diffusie is het belangrijkste mechanisme waarmee stoffen door de capillaire wanden bewegen. Het omvat de beweging van moleculen van een gebied met een hogere concentratie naar een gebied met een lagere concentratie. Zuurstof, kooldioxide, glucose en andere kleine moleculen diffunderen door de dunne capillaire wanden, aangedreven door concentratiegradiënten.
2. Filtratie: Filtratie vindt plaats wanneer vloeistof en opgeloste stoffen door hydrostatische druk uit het capillair in de interstitiële vloeistof (de vloeistof rond de cellen) worden geperst. De hydrostatische druk in het capillair is hoger dan de osmotische druk (de druk die wordt uitgeoefend door de opgeloste deeltjes in de vloeistof), waardoor vloeistof en kleine opgeloste stoffen eruit filteren.
3. Reabsorptie: Reabsorptie is het tegenovergestelde van filtratie en vindt plaats wanneer vloeistof en opgeloste stoffen vanuit de interstitiële vloeistof terug het capillair in bewegen. Het gebeurt wanneer de osmotische druk in het capillair hoger is dan de hydrostatische druk. Eiwitten, zoals albumine, oefenen osmotische druk uit en helpen vocht in de bloedvaten vast te houden.
4. Vesiculair transport: Transcytose, ook bekend als vesiculair transport, is een mechanisme dat wordt gebruikt om grotere moleculen of deeltjes door het capillaire endotheel te transporteren. Het omvat de vorming van blaasjes die de stoffen opslokken en over de capillaire wand transporteren. Dit proces is vooral belangrijk voor het transport van bepaalde eiwitten, lipoproteïnen en macromoleculen.
5. Kanaalgemedieerd transport: Sommige haarvaten bevatten gespecialiseerde kanalen of poriën waardoor specifieke moleculen kunnen passeren. Deze kanalen worden gevormd door eiwitten die zijn ingebed in de capillaire endotheliale celmembranen. In water oplosbare moleculen zoals glucose kunnen bijvoorbeeld specifieke kanalen gebruiken, aquaporines genaamd, om hun transport te vergemakkelijken.
Het samenspel van deze transportmechanismen zorgt ervoor dat essentiële voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen aan de weefsels worden afgegeven, terwijl afvalproducten, zoals kooldioxide en ureum, worden verwijderd. Deze voortdurende uitwisseling van stoffen is cruciaal voor het handhaven van de homeostase en het ondersteunen van cellulaire functies door het hele lichaam.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win