1. Blokkering van de routes van hersenvocht (CSF):

- Aquaductale stenose:Vernauwing van het aquaduct van Sylvius, dat de derde en vierde ventrikel met elkaar verbindt.

- Stenose van de foramina van Luschka en Magendie:Deze foramina zorgen ervoor dat CSF uit het vierde ventrikel naar de subarachnoïdale ruimte kan stromen.

2. Verminderde absorptie van CSF:

- Arachnoïdale granulaties:kleine uitsteeksels van het arachnoïdale membraan die de absorptie van CSF in het veneuze systeem vergemakkelijken. Wanneer deze granulaties disfunctioneel of beschadigd zijn, kan CSF zich ophopen.

3. Overproductie van CSV:

- Papilloma van de plexus choroideus:een goedaardige tumor van de plexus choroidea, die hersenvocht produceert.

4. Congenitale misvormingen:

- Dandy-Walker-misvorming:een hersenafwijking die wordt gekenmerkt door de afwezigheid of onderontwikkeling van de vermis van het cerebellum en vergroting van het vierde ventrikel.

- Arnold-Chiari-misvorming:een aandoening waarbij het onderste deel van het cerebellum door het foramen magnum uitsteekt, waardoor er druk ontstaat op het ruggenmerg en de stroom van hersenvocht wordt belemmerd.