1. Beoordeel de patiënt op een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor ciprofloxacine of andere medicijnen. Ciprofloxacine is gecontra-indiceerd bij patiënten met een bekende overgevoeligheid voor het geneesmiddel of voor andere chinolon-antibiotica.
2. Verkrijg basiswaarden van de vitale functies en controleer op tekenen en symptomen van een bijwerking. Ciprofloxacine kan een verscheidenheid aan bijwerkingen veroorzaken, waaronder misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hoofdpijn, duizeligheid en huiduitslag.
3. Dien ciprofloxacine toe met de juiste dosering en frequentie. Ciprofloxacine wordt doorgaans tweemaal daags ingenomen, met een tussenpoos van 12 uur. De dosering kan worden aangepast afhankelijk van de leeftijd, het gewicht en de nierfunctie van de patiënt.
4. Zorg ervoor dat de patiënt voldoende drinkt. Ciprofloxacine kan uitdroging veroorzaken, dus het is belangrijk dat de patiënt voldoende drinkt om gehydrateerd te blijven.
5. Leer de patiënt over mogelijke bijwerkingen, geneesmiddelinteracties en hoe de medicatie correct moet worden ingenomen. Patiënten moeten de instructie krijgen om ciprofloxacine met veel vloeistof in te nemen, om het gebruik ervan met maagzuurremmers of zuivelproducten te vermijden, en om hun arts te informeren als zij bijwerkingen ervaren.
6. Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van tendinitis, tendinose en peesruptuur tijdens en na de behandeling. Ciprofloxacine kan peesbeschadiging veroorzaken, dus het is belangrijk om patiënten te controleren op tekenen of symptomen van deze aandoening.
7. Ciprofloxacine moet worden stopgezet als de patiënt peespijn, zwelling of gevoeligheid ervaart.
8. Leer de patiënt hoe belangrijk het is om de gehele therapiekuur af te ronden. Ook als de patiënt zich beter voelt, is het belangrijk om de gehele therapiekuur af te ronden om de ontwikkeling van resistentie te voorkomen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win