1. Leiding II: Deze lead registreert de elektrische activiteit tussen de elektroden van de rechterarm (RA) en de linkerbeen (LL). Het geeft een beeld van het onderste aspect van het hart, met name de rechter hartkamer en de onderste delen van de linker hartkamer.
2. Leiding III: Deze lead registreert de elektrische activiteit tussen de elektroden van de linkerarm (LA) en de linkerbeen (LL). Net als afleiding II biedt het ook informatie over het onderste oppervlak van het hart, inclusief de rechter hartkamer en de onderste delen van de linker hartkamer.
Deze leidingen zijn vooral nuttig bij het detecteren van afwijkingen of verwondingen in de onderwand van het hart, zoals een inferieur myocardinfarct (hartaanval). Veranderingen in het ST-segment, T-golf of QRS-complex in de onderste afleidingen kunnen wijzen op onderliggende hartproblemen in deze regio.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win