2. Open de katheterverpakking. Zorg ervoor dat u de punt van de katheter niet aanraakt.
3. Bevestig de katheter aan de urinezak. Zorg ervoor dat de verbinding goed vastzit.
4. Plaats de katheter in uw urethra. Ontspan en neem de tijd. Het kan nuttig zijn om even stil te staan terwijl u de katheter inbrengt.
5. Blaas de ballon op. Zodra de katheter op zijn plaats zit, blaast u de ballon op met de meegeleverde spuit. Dit zal helpen om de katheter op zijn plaats te houden.
6. Bevestig de urinezak aan uw been. Hierdoor kan de urine in de zak lopen.
7. Leeg de urinezak wanneer deze vol is. Zorg ervoor dat u uw handen wast voor en na het legen van de zak.
8. Vervang de katheter als deze vuil of beschadigd is. Katheters moeten elke 1-2 weken worden vervangen.
Aanvullende tips:
* Bewaar katheters op een koele, droge plaats.
* Stel katheters niet bloot aan hitte of zonlicht.
* Houd katheters buiten het bereik van kinderen.
* Als u vragen heeft over het bewaren of gebruiken van uw katheter, stel deze dan aan uw arts of verpleegkundige.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win