In 1684 gaf de Engelse arts Thomas Willis een gedetailleerde beschrijving van de aandoening in zijn boek "De Anima Brutorum". Hij bedacht de term "vitiligo" van het Latijnse woord "vitiosus", wat "defect" of "defect" betekent, om het fragmentarische verlies van huidpigmentatie te beschrijven. Willis' observaties en beschrijvingen hielpen om vitiligo als een aparte medische aandoening vast te stellen.
Verdere vooruitgang in het begrip en de classificatie van vitiligo werd geboekt in de 19e en 20e eeuw. In 1841 stelde de Franse dermatoloog Jean-Louis Alibert een classificatiesysteem voor huidziekten voor, waaronder vitiligo. Hij categoriseerde vitiligo in twee typen:"vitiligo vulgaris" en "vitiligo syfilitica", gebaseerd op de vermoedelijke oorzaken van de aandoening.
In de 20e eeuw werd aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het begrijpen van de onderliggende mechanismen en oorzaken van vitiligo. In 1952 toonden de Amerikaanse dermatoloog Aaron Lerner en zijn collega's aan dat vitiligo verband houdt met een gebrek aan melanine, het pigment dat de huid zijn kleur geeft. Dit leidde tot de ontwikkeling van behandelingen gericht op het herstellen of stimuleren van de melanineproductie.
Door de geschiedenis heen hebben talloze onderzoekers, dermatologen en artsen bijgedragen aan het begrip en de behandeling van vitiligo. Hoewel het moeilijk is om één individu aan te wijzen als de enige ‘ontdekker’ van vitiligo, hebben de bijdragen van Thomas Willis, Jean-Louis Alibert, Aaron Lerner en vele anderen een cruciale rol gespeeld bij het bevorderen van onze kennis en behandelingsopties voor deze aandoening.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win