Als een persoon niet reageert, moet u het volgende controleren:

- Responsiviteit: Schud zachtjes met de schouders van het slachtoffer en schreeuw luid in zijn oor. "Gaat het?" en controleer op tekenen van beweging of geluid.

- Ademhalen: Kijk, luister en voel of je ademhaalt. Plaats uw oor dicht bij de mond en neus van de persoon. Let op beweging van de borstkas en luister naar het geluid van de ademhaling. Als de persoon niet ademt, begin dan met reanimatie.

- Oplage: Controleer of u gedurende maximaal 10 seconden een hartslag voelt. Gebruik twee vingers om de hartslag in de nek van de persoon naast de adamsappel te voelen. Als er geen pols is, begin dan met reanimatie.

- Bloeden: Zoek naar tekenen van bloeding. Als er sprake is van een aanzienlijke bloeding, oefen dan druk uit op de bloedende wond met een schone doek of met uw handen.

- Andere tekenen van letsel: Let op tekenen van letsel, zoals blauwe plekken, zwelling of misvorming.

- Medische ID of apparaat: Controleer de persoon op een medisch identiteitsbewijs of apparaat dat informatie geeft over zijn gezondheidstoestand of medische behoeften.

- Scèneveiligheid: Zorg ervoor dat de plaats veilig is voor zowel het slachtoffer als de reddingswerkers. Houd rekening met mogelijke gevaren, zoals verkeer, kapotte elektriciteitskabels of scherpe voorwerpen.

Als u niet zeker weet of iemand niet reageert, kunt u hem het beste behandelen alsof hij dat wel is en onmiddellijk medische hulp inroepen.