Pepsine is het meest effectief in een zure omgeving, met name bij een pH van ongeveer 1,5 tot 2,0. Dit pH-bereik is typisch voor de maag vanwege de aanwezigheid van zoutzuur. In deze zure omstandigheden ondergaat pepsine conformationele veranderingen die de katalytische plaats ervan activeren, waardoor het peptidebindingen in eiwitten efficiënt kan splitsen.
Naarmate de pH boven het optimale bereik stijgt, neemt de activiteit van pepsine geleidelijk af. Dit komt omdat de hogere pH veranderingen in de structuur van het enzym veroorzaakt, wat leidt tot verminderde binding aan het substraat en verminderde katalytische activiteit. Zodra de pH boven de 4 komt, wordt pepsine grotendeels inactief.
De pH-afhankelijkheid van pepsine zorgt ervoor dat het vooral actief is in de zure omgeving van de maag. Wanneer voedsel de maag binnenkomt, veroorzaken de zure omstandigheden de afscheiding van pepsine, wat het proces van eiwitvertering op gang brengt. Zodra het voedsel in de dunne darm terechtkomt, neemt de pH toe, waardoor de denaturatie en inactivatie van pepsine ontstaat, terwijl andere enzymen het spijsverteringsproces overnemen.
Daarom wordt de effectiviteit van pepsine inderdaad beïnvloed door de pH, en is de activiteit ervan optimaal in de zure omgeving van de maag.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win