J0010:Injectie, hydrocortisonacetaat
Wanneer een arts hydrocortisonacetaat (Cortaject, Hydrocort-acetaat) in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt injecteert, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J0010 voor een injectie hydrocortisonacetaat.
J0020:Injectie, methylprednisolonacetaat
Wanneer een arts methylprednisolonacetaat (Depo-Medrol) in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt injecteert, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J0020 voor een injectie methylprednisolonacetaat.
J0120:Injectie, triamcinolonacetonide
Wanneer een arts triamcinolonacetonide (Aristospan, Kenalog-10) injecteert in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Rapporteer J0120 voor een injectie met triamcinolonacetonide.
J0130:Injectie, triamcinolondiacetaat
Wanneer een arts triamcinolondiacetaat (Aristospan Intra-articulair, Triam-A) injecteert in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Rapporteer J0130 voor een injectie met triamcinolondiacetaat.
J0140:Injectie, betamethason
Wanneer een arts betamethason (Celestone Soluspan) in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt injecteert, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J0140 voor een injectie betamethason.
J0150:Injectie, dexamethason
Wanneer een arts dexamethason (Decadron-LA) injecteert in het gewricht of het zachte weefsel van een patiënt, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J0150 voor een injectie met dexamethason.
J0170:Injectie, hyaluronzuur
Wanneer een arts hyaluronzuur (Euflexxa, Orthovisc, Synvisc) in het gewricht van een patiënt injecteert, moet naast de code voor de injectieprocedure zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J0170 voor een injectie hyaluronzuur.
J1000:Injectie, allergeenextract
Wanneer een arts een injectie met allergeenextract (allergieprik) aan een patiënt toedient, dient naast de code voor het allergeenextract zelf ook een injectiecode (J-code) te worden vermeld. Meld J1000 voor een injectie allergeenextract.
J1010:Injectie, tetanustoxoïde
Wanneer een arts een injectie met tetanustoxoïd (Td, Tdap) aan een patiënt toedient, moet naast de code voor het tetanustoxoïd zelf ook een injectiecode (J-code) worden vermeld. Meld J1010 voor een injectie met tetanustoxoïd.
J1020:Injectie, difterietoxoïde
Wanneer een arts een injectie met difterietoxoïd (DTaP, Tdap) aan een patiënt toedient, moet naast de code voor het difterietoxoïd zelf ook een injectiecode (J-code) worden gerapporteerd. Meld J1020 voor een injectie met difterietoxoïd.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van J-codes die worden gebruikt bij medische codering. Er zijn veel andere J-codes die kunnen worden gebruikt om verschillende soorten injecties, medicijnen en procedures te beschrijven.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win