* Autopsie: Een medisch onderzoek van een lijk om de doodsoorzaak vast te stellen.
* Indirect bewijsmateriaal: Bewijs dat niet direct is, maar suggereert dat een persoon schuldig is aan een misdrijf.
* Aanwijzing: Een stukje bewijs of informatie dat helpt bij het oplossen van een mysterie of misdaad.
* Bekentenis: Een verklaring waarin iemand toegeeft een misdrijf te hebben gepleegd.
* boosdoener: De persoon die een misdaad heeft begaan.
* Aftrek: Het proces van redeneren op basis van bekende feiten om tot een logische conclusie te komen.
* Bewijs: Informatie of feiten die helpen iets te bewijzen of te weerleggen.
* Vervalsing: De handeling waarbij een vals of frauduleus document of object wordt gecreëerd.
* moord: Het doden van de ene persoon door de andere.
* Aanklacht: Een formele beschuldiging dat iemand een misdrijf heeft gepleegd.
* Ondervraging: Een formele ondervraging van een persoon door wetshandhavers.
* Motief: De reden waarom iemand een misdrijf pleegt.
* Meineed: De daad van liegen onder ede in een rechtbank.
* Verdachte: Een persoon die verdacht wordt van het plegen van een misdrijf.
* Getuigenis: Een verklaring onder ede afgelegd in een rechtbank.
* Slachtoffer: De persoon die bij een misdrijf schade ondervindt of om het leven komt.
* Getuige: Een persoon die iets ziet of hoort dat belangrijk is voor een misdrijf.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win