1. Boucle (vrouwelijk zelfstandig naamwoord):krul, ringetje
2. Boucle d'oreille (vrouwelijk zelfstandig naamwoord):oorbel
3. Boucler (werkwoord):vastmaken, vastmaken, sluiten
4. Boue (vrouwelijk zelfstandig naamwoord):modder, modder, modder
5. Boueux (bijvoeglijk naamwoord):modderig, modderig
6. Bougon (bijvoeglijk naamwoord):mopperend, nors, humeurig
7. Bouger (werkwoord):bewegen, roeren, wijken
8. Bougie (vrouwelijk zelfstandig naamwoord):kaars
9. Bouillir (werkwoord):koken
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win