1. een woord of zin die wordt gebruikt om een ding, actie of concept te beschrijven.
>Voorbeelden:"De term 'computer' verwijst naar een programmeerbaar elektronisch apparaat dat gegevens kan opslaan, verwerken en ophalen."
> "De term 'fotosynthese' verwijst naar het proces waarbij planten zonlicht gebruiken om koolstofdioxide en water om te zetten in glucose en zuurstof."
2. een beperkte periode, vooral een periode die voor een bepaald doel is gereserveerd.
>Voorbeeld:"Het academische semester aan deze universiteit loopt van september tot juni."
3. een voorwaarde of bepaling die ergens aan vastzit, zoals een contract of overeenkomst.
> Voorbeeld:"Volgens de voorwaarden van het huurcontract moet de huurder de huur betalen op de eerste dag van elke maand."
4. een wiskundige uitdrukking die bestaat uit een of meer variabelen, constanten en operatoren.
> Voorbeeld:"De term 3x^2 + 2x - 5 is een polynoom."
5. (in grammatica) een woord of zin die als een enkele eenheid functioneert en kan worden gebruikt als onderwerp of object van een werkwoord of als complement van een verbindingswerkwoord.
> Voorbeeld:'De term 'de kat' is een zelfstandig naamwoord dat kan worden gebruikt als onderwerp van een werkwoord, zoals in de zin 'De kat zat op de mat'.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win