| Existentieel | Essentieel |
|---|---|
| Met betrekking tot het bestaan of de werkelijkheid. | Met betrekking tot de essentiële aard van iets. |
| Fundamenteel of essentieel. | Noodzakelijk voor bestaan of voorkomen. |
| Van groot belang of betekenis. | Van het allergrootste belang of betekenis. |
| Betrokken bij of betrekking hebbend op het bestaan. | Het gaat om of betreft de essentie van iets. |
| Zijn of kunnen zijn. | Inherent of onmisbaar. |
| Het bestaan hebben of tonen. | De essentie van iets hebben of onthullen. |
| Niet hypothetisch of denkbeeldig. | Niet hypothetisch of denkbeeldig; fundamenteel. |
| Met betrekking tot de aard of essentie van iets. | Met betrekking tot de aard of essentie van iets; fundamenteel. |
| Met betrekking tot de aard van het bestaan. | Met betrekking tot de aard van het bestaan; fundamenteel. |
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win