1. Cellichaam (Soma) :Het cellichaam is het grootste deel van het neuron en bevat de celkern, waarin het genetisch materiaal (DNA) is ondergebracht. Het cellichaam integreert de binnenkomende signalen en genereert uitgangssignalen.
2. Dendrieten: Dendrieten zijn korte, vertakkende uitbreidingen van het neuron die signalen van andere neuronen ontvangen. Ze zijn verantwoordelijk voor het ontvangen en verzenden van elektrische signalen naar het cellichaam.
3. Axon: Het axon is een lange, slanke projectie die signalen van het cellichaam naar andere neuronen, spieren of klieren verzendt. Elk neuron heeft doorgaans één axon, dat zich vertakt in meerdere axonterminals.
4. Axon-terminals (synapsen): De axonterminals zijn gespecialiseerde structuren aan het uiteinde van axonen. Ze zijn verantwoordelijk voor het vrijgeven van neurotransmitters, dit zijn chemische boodschappers die signalen naar andere cellen overbrengen via een synaps (de kruising tussen twee neuronen).
5. Myelineschede: Bij veel neuronen is het axon bedekt met een myelineschede, die als isolerende laag fungeert. Myeline versnelt de overdracht van signalen langs het axon.
6. Knopen van Ranvier: Dit zijn kleine openingen in de myelineschede langs het axon. Ze zorgen voor een snellere signaaloverdracht terwijl de elektrische impulsen van het ene knooppunt naar het andere "springen" in een proces dat bekend staat als saltatorische geleiding.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win