1.Onjuiste codeselectie:De codeur heeft mogelijk een onjuiste procedurecode gekozen voor de uitgevoerde service. Dit kan gebeuren als de codeur niet bekend is met de specifieke codes of geen toegang heeft tot nauwkeurige codeerrichtlijnen. Als een arts bijvoorbeeld een complexe reparatie van een scheur uitvoert, kan de codeur een eenvoudige reparatiecode kiezen in plaats van de meer geschikte complexe reparatiecode.
2. Ontbrekende modifiers:modifiers worden gebruikt om aanvullende informatie over een procedure of dienst te geven. In sommige gevallen zijn modificatoren vereist voor nauwkeurige codering, terwijl ze in andere gevallen optioneel kunnen zijn. Als een vereiste modifier ontbreekt, kan de claim worden afgewezen of onjuist worden verwerkt. Als een arts bijvoorbeeld een bilaterale procedure uitvoert, moet de codeerder de juiste modifier toevoegen om aan te geven dat de procedure aan beide kanten is uitgevoerd.
3. Verkeerd gebruik van modifiers:Zelfs als de juiste modifiers zijn geselecteerd, kunnen ze verkeerd worden gebruikt. De codeur kan bijvoorbeeld een modifier gebruiken die van toepassing is op een andere procedure of dienst, of hij kan de verkeerde modifier gebruiken voor de specifieke situatie. Dit kan leiden tot betalingsfouten of weigeringen. Als een arts bijvoorbeeld een procedure uitvoert die doorgaans niet door de verzekering wordt gedekt, moet de codeerder de juiste wijziging toevoegen om aan te geven dat de dienst niet onder de gebruikelijke dekkingsregels valt.
4. Meerdere modificaties:In sommige gevallen kunnen meerdere modificaties nodig zijn om een procedure of dienst nauwkeurig te beschrijven. Codeerders moeten echter oppassen dat ze niet te veel modifiers gebruiken, omdat dit de claim verwarrend kan maken en tot weigeringen kan leiden. De codeerder mag alleen de modificaties gebruiken die nodig zijn om de procedure of dienst nauwkeurig te beschrijven. Als een arts bijvoorbeeld een procedure uitvoert bij een patiënt met een voorgeschiedenis van een chronische aandoening, kan het zijn dat de codeerder meerdere modificatoren moet toevoegen om de toestand van de patiënt en de complexiteit van de procedure aan te geven.
5. Onjuiste documentatie:De procedurecodes en modifiers die bij een claim worden gebruikt, moeten worden ondersteund door de documentatie in het medisch dossier van de patiënt. Als de documentatie de gebruikte codes en modifiers niet ondersteunt, kan de claim worden afgewezen of aan extra onderzoek worden onderworpen. Als een arts bijvoorbeeld in het medisch dossier noteert dat er een procedure aan de linkerknie is uitgevoerd, maar de codeur een code gebruikt voor een procedure aan de rechterknie, kan de claim worden afgewezen.
6. Gebrek aan specificiteit:Sommige procedurecodes en modifiers vereisen specificiteit om correct te kunnen worden gebruikt. Voor een code voor een specifiek type operatie kan het bijvoorbeeld nodig zijn dat de codeur het exacte type operatie specificeert dat wordt uitgevoerd. Als de documentatie in het medisch dossier niet specifiek genoeg is, kan het zijn dat de codeur niet de juiste code kan selecteren. Als in het medisch dossier bijvoorbeeld wordt vermeld dat een arts een 'knieartroscopie' heeft uitgevoerd, maar het type of de omvang van de artroscopie niet is gespecificeerd, is het mogelijk dat de codeerder niet de juiste procedurecode kan selecteren.
Om nauwkeurige codering te garanderen, moeten codeerders een grondig begrip hebben van de procedurecodes en modifiers die in hun specialiteit worden gebruikt en moeten ze altijd verwijzen naar de nieuwste codeerrichtlijnen en -bronnen bij het selecteren van codes en modifiers. Bovendien is het belangrijk dat codeerders een hoog niveau van specificiteit handhaven in hun codering en ervoor zorgen dat de documentatie in het medisch dossier van de patiënt de codes en modificatoren ondersteunt die in de claim worden gebruikt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win