2. Haar nukkige houding maakte het moeilijk voor haar om met haar vrienden om te gaan.
3. De nukkige politicus verliet vaak vergaderingen als de zaken niet naar zijn zin gingen.
4. De nukkige werknemer nam ontslag nadat zijn manager hem een negatieve beoordeling had gegeven.
5. De nukkige atleet kreeg een driftbui toen hij uit de wedstrijd werd gewisseld.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win