Het pestdoktermasker, ook wel snavelmasker genoemd, werd in de 17e eeuw ontworpen om de drager te beschermen tegen besmettelijke ziekten, met name de builenpest. Hoewel het masker er intimiderend uitzag, is de doeltreffendheid ervan bij het voorkomen van de verspreiding van ziekten twijfelachtig. In plaats van kruiden werd de snavel meestal gebruikt om aromatische stoffen zoals kamfer, munt en kruidnagel op te slaan. Men geloofde dat deze stoffen de slechte lucht en de pest zouden afweren.