1. Sesquiterpeenlactonen: Deze verbindingen zijn verantwoordelijk voor veel van de therapeutische effecten van arnica. Ze hebben ontstekingsremmende, pijnstillende en antimicrobiële eigenschappen. De belangrijkste sesquiterpeenlactonen in arnica omvatten helenaline, dihydrohelenaline en arnicine.
2. Flavonoïden: Deze verbindingen staan bekend om hun antioxiderende en ontstekingsremmende eigenschappen. Ze helpen cellen te beschermen tegen schade en ontstekingen te verminderen. De belangrijkste flavonoïden in arnica omvatten quercetine, luteoline en kaempferol.
3. Triterpenen: Deze verbindingen hebben ontstekingsremmende en wondhelende eigenschappen. Ze helpen de zwelling te verminderen en bevorderen het weefselherstel. De belangrijkste triterpenen in arnica omvatten arnidiol en faradiol.
4. Etherische oliën: Arnica bevat verschillende essentiële oliën, zoals thymol, borneol en cineol. Deze oliën hebben antimicrobiële, ontstekingsremmende en pijnstillende eigenschappen.
5. Coumarines: Deze verbindingen staan bekend om hun anticoagulerende en ontstekingsremmende eigenschappen. Ze helpen de bloedcirculatie te verbeteren en zwellingen te verminderen. De belangrijkste coumarines in arnica omvatten esculetine en umbelliferon.
6. Carotenoïden: Deze verbindingen zijn voorlopers van vitamine A en hebben antioxiderende en ontstekingsremmende eigenschappen. Ze helpen cellen te beschermen tegen schade en ontstekingen te verminderen. De belangrijkste carotenoïden in arnica zijn bètacaroteen en luteïne.
Arnica bevat ook andere verbindingen, waaronder polysachariden, tannines en mineralen. Deze stoffen kunnen ook bijdragen aan de geneeskrachtige eigenschappen van de plant.
Het is belangrijk op te merken dat arnica alleen voor externe toepassingen mag worden gebruikt en niet mag worden ingenomen. Intern gebruik van arnica kan ernstige bijwerkingen veroorzaken, waaronder misselijkheid, braken, diarree en toevallen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win