Antilichaam

1. Ook bekend als immunoglobuline

2. Eiwit geproduceerd door het immuunsysteem als reactie op de aanwezigheid van een specifiek antigeen.

3. Bindt zich aan het antigeen en neutraliseert het, waardoor het geen ziekte kan veroorzaken.

4. Elk antilichaam is specifiek voor een bepaald antigeen.

5. Antilichamen worden geproduceerd door plasmacellen, een soort witte bloedcellen.

6. Antilichamen zijn essentieel voor de immuunrespons van het lichaam op infecties.

7. Antilichamen kunnen via de placenta en via de moedermelk van moeder op kind worden overgedragen.

8. Antilichamen kunnen ook worden geproduceerd als reactie op vaccinatie.

9. Antilichamen spelen een rol bij de immuunrespons van het lichaam op kanker en auto-immuunziekten.

10. Wetenschappers bestuderen antilichamen om het immuunsysteem te begrijpen en nieuwe behandelingen voor ziekten te ontwikkelen.