In het ABO-bloedgroepsysteem zijn er twee belangrijke agglutinogenen:
1. Antigeen A:Dit agglutinogeen is aanwezig op het oppervlak van rode bloedcellen bij personen met bloedgroep A en AB.
2. Antigeen B:Dit agglutinogeen is aanwezig op het oppervlak van rode bloedcellen bij personen met bloedgroep B en AB.
Bovendien is er een derde agglutinogeen, de Rh-factor (ook bekend als RhD-antigeen), dat aanwezig of afwezig is op rode bloedcellen. Personen met de Rh-factor zijn Rh-positief, terwijl degenen zonder Rh-negatief zijn.
Wanneer een persoon een bloedtransfusie krijgt, moeten de rode bloedcellen van de donor compatibel zijn met de bloedgroep van de ontvanger om een immuunreactie te voorkomen. Als een persoon bloed ontvangt dat agglutinogenen bevat waartegen hij geen antilichamen heeft, zullen de antilichamen in zijn bloed zich binden aan de agglutinogenen, waardoor de rode bloedcellen agglutineren en dit leidt tot een mogelijk levensbedreigende aandoening die een transfusiereactie wordt genoemd.
Daarom spelen agglutinogenen een cruciale rol bij het bepalen van de bloedcompatibiliteit en het garanderen van veilige bloedtransfusies. Het begrijpen van het concept van agglutinogenen en bloedgroepcompatibiliteit is essentieel op het gebied van transfusiegeneeskunde en de klinische praktijk.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win