Röntgenstralen worden vaak gebruikt bij medische en tandheelkundige beeldvorming om gedetailleerde interne structuren van het menselijk lichaam vast te leggen. Hoewel glas een grotere dichtheid heeft dan de meeste lichaamsweefsels, blokkeert het röntgenstraling niet significant.
Bovendien kunnen röntgenstralen ook door diamanten gaan, die een hogere dichtheid hebben dan glas. De belangrijkste factor die de röntgenpenetratie bepaalt, is het atoomnummer (Z) van het materiaal. Materialen met hogere atoomnummers hebben de neiging röntgenstraling sterker te absorberen, terwijl materialen met lagere atoomnummers röntgenstraling gemakkelijker doorlaten.
Glas bestaat voornamelijk uit lichte elementen zoals zuurstof, silicium en calcium met relatief lage atoomnummers, waardoor röntgenstraling doorlaat. Op dezelfde manier bestaan menselijke weefsels voornamelijk uit lage-Z-elementen, waardoor ze doorlaatbaar zijn voor röntgenstralen.
Aan de andere kant zijn diamanten gemaakt van pure koolstof met een hoger atoomnummer (Z=6), wat leidt tot een sterkere absorptie van röntgenstralen in vergelijking met glas of lichaamsweefsel.
Samenvattend kunnen röntgenstralen door glas, het menselijk lichaam en zelfs diamanten dringen, maar hun penetratiediepte en beeldkwaliteit kunnen variëren afhankelijk van de dichtheid, dikte en atomaire samenstelling van het materiaal.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win