Wanneer licht een object raakt, wordt een deel van het licht geabsorbeerd door het object, terwijl een deel ervan wordt gereflecteerd. Het gereflecteerde licht reist naar onze ogen en de pigmenten in ons netvlies zetten het licht om in elektrische signalen die naar onze hersenen worden gestuurd. Onze hersenen interpreteren deze signalen vervolgens als kleuren.
Het spectrum van licht is continu, variërend van lange golflengten die we als rood zien tot korte golflengten die we als violet zien. De kleur van een object hangt af van welke golflengten van licht door het object worden gereflecteerd en welke golflengten worden geabsorbeerd.
Een appel ziet er bijvoorbeeld rood uit omdat hij rood licht reflecteert en de andere golflengten van licht in het spectrum absorbeert. Een banaan ziet er geel uit omdat hij geel licht reflecteert en de andere golflengten van licht in het spectrum absorbeert.
Op dezelfde manier ziet een blauw object er blauw uit omdat het blauw licht reflecteert en de andere golflengten van licht in het spectrum absorbeert.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win