Het EEG tijdens hypnose laat vaak alfagolven zien, die geassocieerd worden met ontspanning en meditatie. Het kan echter ook andere patronen vertonen, zoals thetagolven, die geassocieerd worden met diepe slaap, en bètagolven, die geassocieerd worden met waakzaamheid en concentratie. De EEG-patronen tijdens hypnose variëren afhankelijk van het individu en de diepte van de hypnotische toestand.