- De voorste deltaspier (voorkant van de schouder) buigt (brengt naar voren) de arm bij het schoudergewricht.
- De middelste deltaspier (zijde van de schouder) ontvoert (beweegt weg van het lichaam) de arm bij het schoudergewricht.
- De achterste deltaspier (achterkant van de schouder) verlengt (strekt) de arm bij het schoudergewricht.
Naast deze drie hoofdbewegingen helpt de deltaspier ook bij:
- Horizontale abductie (de arm van het lichaam af bewegen in een horizontaal vlak)
- Horizontale adductie (de arm naar het lichaam bewegen in een horizontaal vlak)
- Interne rotatie (handpalm naar binnen draaien)
- Externe rotatie (handpalm naar buiten draaien)
De deltaspier wordt geïnnerveerd door de okselzenuw.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win