Na elke hartslag doorloopt de hartspier een periode van elektrisch herstel. Deze refractaire periode is nodig om te voorkomen dat het hart te snel samentrekt en om de hartspier te laten rusten en zich voor te bereiden op de volgende hartslag.
De refractaire periode is verdeeld in drie fasen:
* Absolute refractaire periode: Tijdens deze fase reageert de hartspier volledig niet op elektrische stimulatie. Deze periode begint wanneer het actiepotentiaal zijn hoogtepunt bereikt en duurt ongeveer 2 milliseconden.
* Relatieve refractaire periode: Tijdens deze fase reageert de hartspier gedeeltelijk op elektrische stimulatie. Deze periode duurt ongeveer 100 milliseconden.
* Supernormale refractaire periode: Tijdens deze fase reageert de hartspier beter op elektrische stimulatie dan in rust. Deze periode duurt ongeveer 20 milliseconden.
De refractaire periode wordt gereguleerd door verschillende factoren, waaronder de concentratie van calciumionen in de hartspier en de activiteit van het autonome zenuwstelsel.
Rol van calciumionen
Calciumionen spelen een cruciale rol in de elektrische activiteit van het hart. Tijdens het actiepotentiaal stromen calciumionen de hartspiercellen binnen, waardoor deze samentrekken. De refractaire periode wordt geïnitieerd wanneer de concentratie calciumionen in de hartspiercellen afneemt. Deze afname van de calciumionconcentratie zorgt ervoor dat de hartspiercellen minder reageren op elektrische stimulatie.
Rol van het autonome zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel speelt ook een rol bij het reguleren van de refractaire periode. Het sympathische zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor ‘vecht- of vlucht’-reacties, kan de refractaire periode verkorten, waardoor het hart sneller kan kloppen. Het parasympathische zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor de ‘rust- en verterings’-reacties, kan de refractaire periode verlengen, waardoor de hartslag vertraagt.
Belang van de refractaire periode
De refractaire periode is essentieel voor het goed functioneren van het hart. Het voorkomt dat het hart te snel samentrekt en zorgt ervoor dat de hartspier kan rusten en zich kan voorbereiden op de volgende hartslag. Dit zorgt ervoor dat het hart het bloed efficiënt en effectief kan rondpompen.
Klinische betekenis
Verstoringen van de refractaire periode kunnen leiden tot verschillende hartritmestoornissen, waaronder aritmieën en fibrillatie. Deze aandoeningen kunnen ervoor zorgen dat het hart te snel, te langzaam of onregelmatig klopt, wat tot ernstige gezondheidsproblemen kan leiden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win