1. Biopsienaald:Met een biopsienaald wordt een klein stukje weefsel verwijderd. Het kan een fijne naald of een kernnaald zijn, afhankelijk van de aard van de biopsie. Voor aspiratiebiopten worden fijne naalden gebruikt, terwijl voor kernbiopten kernnaalden worden gebruikt.
2. Spuit:Er wordt een spuit aan de biopsienaald bevestigd om zuigkracht te creëren en het weefselmonster eruit te zuigen.
3. Biopsiepons:Een biopsiepons is een rond instrument met een scherpe rand dat wordt gebruikt om een klein stukje huid uit te snijden voor onderzoek.
4. Scalpel:Een scalpel, een scherp chirurgisch mes, wordt gebruikt om incisies in de huid of het weefsel te maken om toegang te krijgen tot het gebied dat van belang is voor een biopsie.
5. Hemostaat:Een hemostaat is een chirurgisch instrument dat wordt gebruikt om bloedingen tijdens een biopsieprocedure af te remmen en onder controle te houden.
6. Tangen:Tangen worden gebruikt om weefsels tijdens de procedure vast te houden, vast te pakken en te manipuleren.
7. Cauterisatie:Cauterisatieapparaten worden gebruikt om bloedvaten af te dichten en het bloeden tijdens de biopsie te stoppen, waardoor bloedverlies tot een minimum wordt beperkt.
8. Monstercontainer:Een monstercontainer wordt gebruikt om het weefselmonster veilig op te slaan en naar het laboratorium te transporteren voor analyse.
9. Lokale verdoving:Afhankelijk van de locatie van de biopsie kan lokale anesthesie worden gebruikt om het gebied te verdoven en het ongemak tijdens de procedure tot een minimum te beperken.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke set hulpmiddelen die nodig is voor een biopsie kan variëren, afhankelijk van het type biopsie dat wordt uitgevoerd en de locatie waar het weefselmonster wordt genomen. De zorgverlener of patholoog die de biopsie uitvoert, selecteert op basis van de omstandigheden de meest geschikte hulpmiddelen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win