Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of de groei ervan remmen. Ze worden gebruikt voor de behandeling van bacteriële infecties zoals longontsteking, sepsis en tuberculose. Antibiotica kunnen oraal worden ingenomen, geïnjecteerd of plaatselijk worden aangebracht.
Antiseptica zijn chemische middelen die micro-organismen doden of de groei ervan remmen. Ze worden doorgaans gebruikt voor het reinigen en desinfecteren van oppervlakken, voorwerpen en de huid. Antiseptica kunnen ook worden gebruikt als wondreiniger om infectie te voorkomen.
Het belangrijkste verschil tussen antibiotica en antiseptica is dat antibiotica systemische geneesmiddelen zijn die door het lichaam circuleren, terwijl antiseptica plaatselijke middelen zijn die op specifieke gebieden worden toegepast. Antibiotica worden gebruikt om infecties te behandelen die al hebben plaatsgevonden, terwijl antiseptica worden gebruikt om infecties te voorkomen.
Enkele veel voorkomende antibiotica zijn penicilline, amoxicilline, erytromycine en tetracycline. Enkele veel voorkomende antiseptica zijn waterstofperoxide, jodium en chloorhexidine.
Het is belangrijk om antibiotica en antiseptica correct te gebruiken om bijwerkingen en resistentie tegen geneesmiddelen te voorkomen. Volg altijd de instructies op het medicijnetiket of zoals voorgeschreven door uw arts.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win