Vitale capaciteit (VC) :Vitale capaciteit vertegenwoordigt de maximale hoeveelheid lucht die met kracht kan worden uitgeademd na een maximale inademing. Het omvat zowel het teugvolume als het extra volume dat buiten de normale ademhaling kan worden uitgeademd. De vitale capaciteit wordt beïnvloed door factoren zoals de longgrootte, de kracht van de ademhalingsspieren en de flexibiliteit van de borstwand. Bij gezonde personen kan de VC sterk variëren, variërend van 3.500 tot 5.000 ml.
Inspiratoir reservevolume (IRV) :Dit is het extra luchtvolume dat boven het ademvolume kan worden ingeademd. Het vertegenwoordigt de hoeveelheid lucht die kan worden opgenomen buiten de normale ademhaling en wordt vaak gebruikt tijdens diepe ademhalingen. IRV varieert doorgaans tussen 3.000 en 3.500 ml.
Expiratoir reservevolume (ERV) :ERV verwijst naar het extra luchtvolume dat kan worden uitgeademd boven het ademvolume. Het vertegenwoordigt de hoeveelheid lucht die kan worden uitgestoten na een normale uitademing en wordt vaak gebruikt om de diepte en snelheid van de ademhaling te regelen. ERV varieert doorgaans tussen 1.000 en 1.200 ml.
Residueel volume (RV) :Dit is het luchtvolume dat in de longen achterblijft na een maximale uitademing. Het kan niet vrijwillig worden uitgestoten en de aanwezigheid ervan is essentieel om longcollaps te voorkomen. RV varieert doorgaans van 1.000 tot 1.200 ml.
Totale longcapaciteit (TLC) :TLC vertegenwoordigt de combinatie van alle longvolumes en verwijst naar de totale hoeveelheid lucht die de longen kunnen vasthouden na een maximale inspiratie. Het is de som van het teugvolume, het inspiratoire reservevolume, de vitale capaciteit en het restvolume. TLC varieert doorgaans van 5.000 tot 6.000 ml bij gezonde volwassenen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win