1. Preoperatieve beoordeling:
- Vóór de MVA-procedure zal een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg de medische geschiedenis van de patiënt beoordelen, een lichamelijk onderzoek uitvoeren en de zwangerschapsstatus bevestigen door middel van urine- of bloedonderzoek.
2. Begeleiding:
- De patiënt krijgt advies over de procedure, mogelijke risico's, alternatieven en zorg na de procedure. Er wordt geïnformeerde toestemming verkregen.
3. Cervicale voorbereiding:
- De baarmoederhals wordt voorzichtig verwijd met instrumenten die cervicale dilatatoren worden genoemd, om toegang tot de baarmoederholte mogelijk te maken.
4. Lokale anesthesie:
- Lokale anesthesie, zoals een paracervicaal blok, kan worden toegediend om het ongemak tijdens de procedure tot een minimum te beperken.
5. Instrumentatie:
- Er wordt een speculum ingebracht om de baarmoederhals zichtbaar te maken. Een canule, een dunne, holle buis, wordt door de baarmoederhals en in de baarmoederholte ingebracht.
6. Handmatige vacuümafzuiging:
- Er wordt een injectiespuit aan de canule bevestigd om zuigkracht te creëren. De zorgverlener beweegt de canule voorzichtig heen en weer in de baarmoederholte om het zwangerschapsweefsel te verwijderen.
7. Bevestiging van evacuatie:
- Na de aspiratie wordt een laatste controle uitgevoerd om er zeker van te zijn dat het zwangerschapsweefsel volledig is verwijderd.
8. Zorg na de procedure:
- De patiënt kan lichte krampen of bloedingen ervaren. Indien nodig kan er pijnmedicatie gegeven worden.
- De beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg zal instructies geven voor de zorg na de procedure, inclusief vervolgafspraken en te nemen voorzorgsmaatregelen.
9. Vervolg:
- Een vervolgafspraak wordt doorgaans enkele weken na de procedure gepland om het herstel van de patiënt te controleren en eventuele complicaties te beoordelen.
Het is belangrijk dat de patiënt de instructies na de procedure volgt en medische hulp inroept als hij last heeft van symptomen of complicaties.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win