De temperatuur en vochtigheid van de lucht bepalen hoeveel mist u ziet als u uitademt. Op een koude dag kan de lucht minder waterdamp vasthouden, waardoor de waterdamp in je adem sneller condenseert tot nevel. Op een vochtige dag kan de lucht meer waterdamp vasthouden, waardoor minder waterdamp in uw adem condenseert tot mist.
De temperatuur van uw adem heeft ook invloed op de hoeveelheid mist die u ziet. Als u warme lucht uitademt, bijvoorbeeld na het sporten, zal de waterdamp in uw adem sneller condenseren tot nevel. Als u koude lucht uitademt, bijvoorbeeld nadat u diep koude lucht heeft ingeademd, duurt het langer voordat de waterdamp in uw adem condenseert tot mist.
Ook de grootte van de waterdruppels in de mist kan variëren. Kleinere waterdruppels creëren een mist die melkachtig of wit lijkt, terwijl grotere waterdruppels een mist creëren die meer op mist lijkt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win