1. Superieure vena cava :Koolstofdioxide (CO2) wordt van de weefsels naar de longen getransporteerd via de superieure vena cava, een van de twee grote aderen die het bloed terug naar het hart transporteren.

2. Rechterboezem :De superieure vena cava mondt uit in het rechter atrium van het hart.

3. Tricuspidalisklep :Het rechter atrium trekt samen en pompt het bloed dat CO2 bevat via de tricuspidalisklep naar het rechterventrikel.

4. Pulmonale klep :De rechterkamer trekt samen en pompt het bloed dat CO2 bevat via de longklep de longslagader in.

5. Longcapillairen :De longslagader vertakt zich in steeds kleinere bloedvaten totdat deze de longcapillairen bereikt, dit zijn kleine bloedvaten die de luchtzakjes (longblaasjes) van de longen omringen.

6. Verspreiding :In de longcapillairen diffundeert CO2 vanuit het bloed naar de longblaasjes. Dit komt doordat de concentratie CO2 in de longblaasjes lager is dan de concentratie CO2 in het bloed.

7. Uitademing :De longen ademen de lucht uit die CO2 bevat. Dit wordt gedaan door de samentrekking van het middenrif en de intercostale spieren, die het volume van de borstholte vergroten en de lucht uit de longen dwingen.