1. Stop de procedure en oefen druk uit op de venapunctieplaats om het bloeden te stoppen.
2. Informeer de patiënt over de mislukte venapunctie en verontschuldig u voor het eventuele ongemak.
3. Documenteer de mislukte venapunctie in het medisch dossier van de patiënt, inclusief het aantal gedane pogingen en de reden voor het stoppen van de procedure.
4. Vraag hulp aan een meer ervaren medische professional, zoals een verpleegkundige of arts, om de venapunctie uit te voeren.
5. Informeer de patiënt over alternatieve methoden voor bloedafname, zoals een vingerprik of bloedafname uit de arm.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win