Tijdens een controle zal een arts doorgaans het volgende doen:

1. Bekijk uw medische geschiedenis. Dit omvat onder meer vragen over uw vroegere ziekten, operaties, medicijnen en medische geschiedenis van uw familie.

2. Voer een lichamelijk onderzoek uit. Dit houdt in dat u uw vitale functies controleert (bloeddruk, hartslag, ademhalingsfrequentie en temperatuur), naar uw hart en longen luistert, uw buik voelt en naar uw huid kijkt.

3. Laboratoriumtests bestellen. Dit kunnen onder meer bloedonderzoeken, urineonderzoeken en beeldvormingsonderzoeken (zoals röntgenfoto's) zijn.

4. Bespreek uw gezondheidsproblemen. Dit is een gelegenheid om met uw arts te praten over eventuele problemen die u heeft, zoals pijn, kortademigheid of vermoeidheid.

5. Ontwikkel een behandelplan. Als u gezondheidsproblemen heeft, zal uw arts een behandelplan aanbevelen. Dit kan onder meer medicatie, een operatie of veranderingen in levensstijl zijn.

6. Plan een vervolgafspraak. Uw arts zal een vervolgafspraak aanbevelen om uw voortgang te controleren en eventuele noodzakelijke aanpassingen aan uw behandelplan aan te brengen.

De frequentie van de controles is afhankelijk van uw leeftijd, gezondheid en risicofactoren. Voor de meeste volwassenen wordt aanbevolen om minimaal één keer per jaar een controle te ondergaan.