Hoewel artsen microscopen gebruiken als onderdeel van hun diagnostische procedures, vertrouwen ze er niet alleen op om te bepalen of iemand gezond is. Microscopie is een hulpmiddel waarmee artsen monsters uit het lichaam, zoals bloed-, urine- of weefselbiopten, op microscopisch niveau kunnen onderzoeken. Het kan helpen bij het identificeren van de aanwezigheid van micro-organismen zoals bacteriën, virussen of parasieten, evenals van abnormale cellen of andere structurele veranderingen die indicatief kunnen zijn voor ziekten of aandoeningen.

Bovendien combineren artsen vaak microscopische observaties met andere diagnostische methoden zoals bloedonderzoek, beeldvormingstechnieken en de geschiedenis van de patiënt om weloverwogen conclusies te trekken over de gezondheid van een persoon. Door verschillende informatiebronnen te integreren, kunnen artsen nauwkeurige diagnoses en passende behandelingen voor hun patiënten bieden.