Tijdens een onmiddellijke identificatie presenteren wetshandhavers of onderzoekers een verdachte, meestal binnen enkele minuten of uren na het misdrijf, zodat de getuige deze kan observeren. Aan de getuige wordt gevraagd of hij de persoon als dader kan identificeren.
Het doel van onmiddellijke identificatie is het verkrijgen van een tijdige en potentieel nauwkeurige identificatie van de dader, terwijl de herinnering aan de getuige nog vers en levendig is. Aangenomen wordt dat identificatie kort na een gebeurtenis de kans op verkeerde identificatie kan verkleinen en de betrouwbaarheid van ooggetuigenverslagen kan vergroten.
Onmiddellijke identificaties kunnen echter ook problematisch zijn en vatbaar voor fouten als gevolg van factoren zoals stress, angst, beperkte observatiemogelijkheden of de invloed van suggestieve signalen door wetshandhavers. Om de betrouwbaarheid en eerlijkheid van onmiddellijke identificaties te garanderen, worden door wetshandhavingsinstanties strikte richtlijnen en procedures gevolgd. Deze richtlijnen zijn bedoeld om het risico op verkeerde identificatie te minimaliseren en de rechten van de verdachte te waarborgen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win