- Feromonen: Chemische signalen die door een dier worden afgegeven en die het gedrag of de fysiologie van andere dieren van dezelfde soort beïnvloeden. Veel insecten gebruiken bijvoorbeeld feromonen om partners aan te trekken of te waarschuwen voor gevaar, en sommige zoogdieren gebruiken ze om hun territorium af te bakenen.
- Allelochemicaliën: Chemische signalen die door het ene organisme worden afgegeven en die het gedrag of de fysiologie van een ander organisme van een andere soort beïnvloeden. Sommige planten geven bijvoorbeeld chemicaliën af die de groei van nabijgelegen planten remmen, terwijl andere chemicaliën afgeven die bestuivers aantrekken.
- Hormonen: Chemische boodschappers die worden geproduceerd en uitgescheiden door endocriene klieren en door de bloedbaan worden getransporteerd naar doelcellen of weefsels. Hormonen reguleren veel verschillende lichaamsfuncties, zoals groei, voortplanting en metabolisme.
- Neurotransmitters: Chemische boodschappers die door neuronen (zenuwcellen) worden vrijgegeven om signalen naar andere neuronen of naar spier- of kliercellen te verzenden. Neurotransmitters zijn verantwoordelijk voor een verscheidenheid aan functies, waaronder communicatie tussen verschillende delen van de hersenen, controle van bewegingen en regulering van de stemming.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win