1. Eindstadium van hartfalen: De persoon moet hartfalen in het eindstadium hebben, wat betekent dat het hart niet in staat is voldoende bloed rond te pompen om aan de behoeften van het lichaam te voldoen. Dit kan te wijten zijn aan verschillende aandoeningen, zoals coronaire hartziekte, cardiomyopathie of hartklepziekte.
2. Levensverwachting: De persoon moet een levensverwachting hebben van minimaal één jaar zonder harttransplantatie. Dit wordt bepaald door een grondige medische evaluatie, inclusief tests zoals een echocardiogram, hartkatheterisatie en stresstest.
3. Functionele status: De persoon moet basisactiviteiten van het dagelijks leven kunnen uitvoeren, zoals wandelen, eten en baden. Ze moeten ook de medicijnen en behandelingen kunnen verdragen die nodig zijn voor en na een harttransplantatie.
4. Sociale ondersteuning: De persoon moet beschikken over een sterk ondersteuningssysteem van familie en vrienden die hem of haar tijdens het transplantatieproces kunnen helpen. Ze moeten ook een stabiele leefomgeving en toegang tot transport hebben.
5. Psychologische evaluatie: De persoon moet een psychologische evaluatie ondergaan om ervoor te zorgen dat hij of zij emotioneel en mentaal voorbereid is op een harttransplantatie. Deze evaluatie kan helpen bij het identificeren van eventuele problemen die van invloed kunnen zijn op hun herstelvermogen en het naleven van het behandelplan na de transplantatie.
Het is belangrijk op te merken dat deze criteria kunnen variëren, afhankelijk van het specifieke harttransplantatieprogramma en de beschikbaarheid van donorharten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win