2. Identificeer de behoeften van uw kind. Op welke gebieden moeten ze verbeteren? Welke vaardigheden missen ze? Als u eenmaal weet wat de behoeften van uw kind zijn, kunt u doelen ontwikkelen die deze gebieden aanpakken en hen helpen hun achterstand in te halen.
3. Stel SMART-doelen. SMART-doelen zijn specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden. Dit betekent dat ze duidelijk, beknopt en gemakkelijk te begrijpen zijn. Ze zijn ook iets dat uw kind daadwerkelijk kan bereiken en dat relevant is voor zijn/haar educatieve traject. En ze zijn specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden.
* Specifiek: Doelen moeten specifiek en goed gedefinieerd zijn. In plaats van bijvoorbeeld een doel te stellen om ‘de leesvaardigheid te verbeteren’, zou een specifiek doel kunnen zijn om ‘elke dag 20 minuten te lezen’.
* Meetbaar: Doelen moeten meetbaar zijn, zodat u de voortgang kunt volgen. U kunt bijvoorbeeld bijhouden hoeveel boeken uw kind elke maand leest.
* haalbaar: Doelen moeten uitdagend maar haalbaar zijn. Als een doel te moeilijk is, kan uw kind ontmoedigd raken en opgeven. Als uw kind momenteel bijvoorbeeld in het eerste leerjaar leest, is het wellicht niet haalbaar om tegen het einde van het schooljaar een doel te stellen om tegen het einde van het schooljaar in het vijfde leerjaar te lezen.
* Relevant: Doelen moeten relevant zijn voor de onderwijsbehoeften en interesses van uw kind.
* Tijdgebonden: Doelen moeten tijdgebonden zijn, zodat u de voortgang kunt volgen en uw kind verantwoordelijk kunt houden.
4. Betrek uw kind bij het proces. Praat met uw kind over zijn/haar sterke punten en behoeften. Vraag hen wat ze willen bereiken. Dit is een geweldige manier om de betrokkenheid van uw kind te vergroten en ervoor te zorgen dat hij gemotiveerd is om zijn doelen te bereiken.
5. Maak een plan. Nadat u doelen heeft ontwikkeld, moet u een plan maken voor de manier waarop u deze gaat bereiken. Dit kan inhouden dat de doelen in kleinere stappen moeten worden opgesplitst, dat er een tijdlijn moet worden opgesteld en dat de middelen en ondersteuning moeten worden geïdentificeerd die nodig zijn.
6. Bewaak de voortgang. Controleer regelmatig de voortgang van uw kind en pas uw plan indien nodig aan. Dit zal u helpen ervoor te zorgen dat uw kind op de goede weg is om zijn/haar doelen te bereiken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win